‘Bijna niemand wil dit werk doen’ uit Arts & Auto
Iedere donderdagmiddag helpt straattandarts Didi Landman daklozen, illegalen en andere mensen die geen geld of verzekering hebben voor tandheelkundige zorg. Dat doet ze gratis. “De meeste gebitten zijn niet te redden.”
Tekst: Marte van Santen Fotografie: De Beeldredaktie/Guido Benschop
In de negen jaar dat ze als straattandarts actief is, heeft Didi Landman (53) van alles voorbij zien komen. Een man met kloppende kiespijn die het probleem probeerde te verhelpen door zelf met een schroevendraaier de wortel te verwijderen. Een meisje van 23 met een rottend gebit als gevolg van een Redbullverslaving. Een dakloze zonder tanden die uit schaamte een nepgebit had geknutseld van acryl. Hoe erg haar patiënten er ook aan toe zijn, Landman behandelt ze allemaal met evenveel respect. “Zoals ik ook behandeld zou willen worden als ik in hun schoenen stond”, vat ze haar drijfveer krachtig samen.
De van oorsprong Zuid-Afrikaanse tandarts werkte al jaren in Nederland, toen ze in 2015 de Rotterdamse straattandarts Frans Rooijakkers ontmoette. Omdat hij met pensioen ging, zocht hij iemand om zijn taken over te nemen. Dat ga ik doen, dacht Landman meteen. “Ik woon en werk in Kralingen, een rijke buurt waar je zelden ellende ziet. Het leek me heel waardevol om ook patiënten te kunnen helpen die minder fortuinlijk zijn.”
Dus besloot ze om, naast haar reguliere tandartswerk, een middag in de week mensen van de straat te gaan helpen. “Eerst deed ik dat in mijn eigen praktijk. Dat vonden mijn eigen patiënten echter niet zo prettig. Bovendien kon ik mijn veiligheid en die van mijn medewerkers er niet garanderen. Daarom zijn we met de straatpraktijk naar Spoedpost365 in het Erasmus MC verhuisd. Dat bedrijf doet ’s avonds en in het weekend noodbehandelingen. Op donderdag mag ik er gratis een tandartsstoel gebruiken. Ik neem alleen mijn eigen spullen en een assistente mee.”
Al tijdens haar studie aan de Universiteit van Stellenbosch besteedde de tandarts-in-spe een deel van haar tijd aan welzijnswerk. “In onze opleiding kregen we het vak gemeenschapskunde. Daarvoor werden we er met busjes op uitgestuurd om mensen in arme wijken gratis te behandelen. Onze praktijk was een uitklapbare stoel, de zon onze lamp.”
Eenmaal hier (ze kwam en bleef voor haar grote liefde, met wie ze inmiddels 26 jaar is getrouwd) had ze geen idee dat er ook in het welvarende Nederland mensen zijn met verrotte gebitten. Dat besef kwam pas toen ze als straattandarts aan de slag ging. “In het begin zag ik vooral daklozen en illegalen. In de loop van de tijd kwamen er echter steeds meer patiënten bij die wel een dak boven hun hoofd hebben, maar geen geld om naar de tandarts te gaan. Laatst zag ik een man die zo veel pijnstillers had gebruikt, dat hij met een maagbloeding op de intensive care was beland. Belachelijk natuurlijk, zijn verrotte kies had gewoon gratis getrokken moeten worden.”
‘Een nieuw gebit is vaak de eerste stap naar een nieuw leven’
Als het aan haar ligt, komt de basale tandzorg liever vandaag dan morgen terug in het basispakket. Met voorbeelden uit haar straatpraktijk probeert ze politici en zorgverzekeraars van het belang te overtuigen. “De consequenties van een slecht gebit zijn enorm. Het beïnvloedt je zelfvertrouwen, je sociale contacten, je liefdesleven en je kans op een baan. Bovendien vergroten ontstekingen in de mond de kans op allerlei andere gezondheidsproblemen, zoals hart- en vaatziekten en kanker. Basale tandzorg is dus geen luxe, maar bittere noodzaak.”
Netwerk
Wekelijks ziet Landman zo’n vijftien patiënten in haar straatpraktijk. De meeste tijd gaat op aan het plaatsen van gedeeltelijke en volledige kunstgebitten. Samen met het trekken van tanden en kiezen, doet ze dat het meest. Inmiddels weten mensen uit heel Nederland haar te vinden, waardoor haar wachttijd is opgelopen tot zes maanden. “De verhalen zijn zo schrijnend dat ik ze niet eens meer durf te lezen. Daar lig ik alleen maar wakker van.”
Waarom lijft ze dan niet meer tandartsen in bij haar straatpraktijk? “Dat lijkt me fantastisch, maar in negen jaar heb ik niet één andere Rotterdamse tandarts gevonden die dit werk ook wil doen. Je verdient er natuurlijk niets aan. Aan de andere kant: de dankbaarheid van patiënten is niet in geld uit te drukken. Een nieuw gebit is voor veel mensen de eerste stap op weg naar een ander leven. Het is een voorrecht om daaraan te mogen bijdragen.”
Door publiciteit over haar werk — de KNMT nomineerde Landman dit voorjaar als tandarts van het jaar — werden in ieder geval twee collega’s in Den Hoorn en Breda geënthousiasmeerd. “Fantastisch dat zij daar nu hetzelfde werk doen als ik. Hopelijk is dit pas het begin. Mijn droom is dat we over een paar jaar een netwerk hebben met straattandartsen in heel Nederland.”
Hulp
Voor haar werk als straattandarts is Didi Landman bijna volledig afhankelijk van giften en donaties. Ze heeft daarvoor de stichting Dental Care for Homeless People Foundation opgericht. Het ingezamelde geld gebruikt ze voor de bekostiging van materialen en een assistente.